PATER
Afgelopen zondag waren we in Domani. De voormalige kloosterkerk Mariaweyde van de dominicanen. Een prachtig gerestaureerde parel uit de middeleeuwen in de binnenstad. Ik voel me verbonden met die plek. We gingen er in onze jeugd naar de kerk. Mijn ouders hadden wat met 'de paters van de Baek' zoals de dominicanen vroeger in Venlo werden genoemd. Waarom we naar de paters gingen en niet naar onze eigen parochiekerk, weet ik niet. Misschien omdat ze er ruimer in de leer waren? Toen een van de paters hoorde dat mijn moeder de zorg had voor zes zonen en een man, vertelde hij haar dat dat van meer waarde voor God was dan het plichtmatig bijwonen van de mis op zondag. Het was niet aan dovemansoren gericht. Voortaan bleef ze meestal thuis om de zondagse maaltijd klaar te maken. Wij moesten wel naar de kerk. Tot we veertien waren en zelf mochten beslissen. Denkend aan de dominicanen rijst meteen één markant figuur op: pater Hubert Gulickx. Eind jaren zestig leerde ik hem kennen bij het Open Ontmoetingscentrum. Het OOC, de voorloper van Perron 55, was gevestigd in een voormalige winkel van de De Gruyer en een ernaast gelegen buurtcafé op de hoek van Heutzstraat en Kaldenkerkerweg. Het was de vrijhaven van de ongeorganiseerde jeugd. Pater Gulickx was er jarenlang bestuurslid. Hij wist wat er onder jongeren leefde. Als leraar aan de Rijks HBS, Tuinbouwschool en KLOS (de opleiding tot kleuterleidster) ging hij dagelijks met pubers en adolescenten om.
Hubert Gulickx was een markante verschijning. Rijzig, wapperende haren en met een
zware, vérdragende stem. Hij hield er stevig de pas in. De pater sprak met een mooi
Vlaams accent en sloot een gesprek altijd af met 'nog een schone dag'. Door zijn
postuur, gesticuleren, vastberaden tred en manier van praten leek hij op een romanfiguur
uit een boek van Willem Elsschot of Hugo Claus. Hubert Gulickx was een man met een
open geest en hart. Intelligent en sociaal bewogen. Hij was politiek actief bij de
PPR en GroenLinks. Zijn tegenstanders, vaak behoudende katholieken, noemden hem daarom
smalend de rooie pater of vanwege zijn pastorale zorg voor homoseksuelen de flikkerpater.
Hubert Gulickx schaamde zich niet voor die scheldnamen. Integendeel. Hij was er juist
trots op. Voor hem waren het geuzennamen. Toen mijn moeder overleden was, vroegen
we hem of hij de afscheidsbijeenkomst zou willen leiden in het crematorium. Door
te vertellen over zijn jeugd in Baarle-
Begin vorige week stond opeens een kennis voor mijn neus die zei dat hij iets bijzonders had voor me. Het was een autobiografie van Hubert Gulickx, geschreven in 1991 en getiteld 'Een Dominicaan tussen het Bronsgroen Eikenhout'. Ik was stomverbaasd omdat ik nooit iets had gehoord over het boekje. Na het lezen ervan afgelopen zondag, snap ik dat wel. Zijn medepaters zullen er niet echt blij mee zijn geweest. Wat heet! Het zal gerommeld hebben in het klooster. Hubert Gulickx schetst Venlo vanaf 1963, het jaar waarin hij in Mariaweyde komt. 'Een Dominicaan tussen het Bronsgroen Eikenhout' is een indringend tijdsdocument over provo's, de komst van de pil en de seksuele emancipatie, het OOC en COC, de Venlose politiek, de revolutie in de katholieke kerk en over zijn eigen leven in het klooster. De menselijke warmte die hij gaf en ontving buiten de kloostermuren, miste hij binnen Mariaweyde. Het is schrijnend om te lezen hoe hij keer op keer afgewezen werd door zijn mededominicanen. Hij werd gekapitteld omdat hij als pater ging recreëren bij de broeders van het klooster. Woedend waren ze toen hij niet deelnam aan het koorgebed omdat hij het te druk had met zijn pastoraal werk. Het stof dwarrelde opnieuw hoog op toen hij een stropdas en wit overhemd ging dragen. Het kloosterleven was jarenlang een leven vol conflicten. Uiteindelijk werd hij gedoogd in Mariaweyde. Het moet voor Hubert Gulickx een kwelling geweest zijn.
-
Pater
Hubert Gulickx
†13 -
Uit: De Trompetter
Datum: oktober 2008
Geschreven in de rubriek: Floddergats
Onder de titel: Pater
Door: Sef Derkx
sef derkx